Bij diabetes kan het lichaam de bloedsuiker niet meer zelf in evenwicht houden door onvoldoende of geen productie van insuline.
Er zijn meerdere typen diabetes, waarvan diabetes type 1 en type 2 de belangrijkste zijn.
Diabetes type 1 is een auto-immuunziekte: een ziekte die wordt veroorzaakt door een fout in het afweersysteem. Door die fout vernietigt het afweersysteem de beta-cellen (Eilandjes van Langerhans) in de alvleesklier die normaal insuline maken.
Hierdoor is sprake van een absoluut tekort aan insuline. Door dit gebrek aan insuline kunnen de cellen onvoldoende glucose (meer) opnemen waardoor te veel glucose in het bloed komt.
Diabetes type 1 wordt vaak vastgesteld nadat er klachten zijn ontstaan door een te hoog glucosegehalte in het bloed (hyperglykemie). Deze klachten zijn: dorst hebben, veel en vaak plassen, een droge mond en een moe, slaperig gevoel. Ze ontstaan doorgaans bij een bloedglucosegehalte van meer dan tien mmol/l.
De enige behandeling van diabetes type 1 is daarom het dagelijks toedienen van insuline met een spuit of insulinepomp. Daarnaast is het noodzaak dat de patiënt zijn of haar eigen bloedsuiker controleert, wat eenvoudig kan middels een bloedglucosemeter uit ons assortiment.
Diabetes type 1 is vooralsnog niet te genezen. Een gezonde levensstijl met de juiste voeding en goede medicatie kunnen wel zorgen voor een zo normaal mogelijk leven. Eén op de tien mensen met diabetes heeft diabetes type 1.
Diabetes type 2 is de meest voorkomende vorm van diabetes: ongeveer 90% van de mensen met diabetes heeft diabetes type 2. Bij diabetes type 2 is er vaak sprake van een combinatie van factoren: de aanmaak van insuline neemt
langzaam af en het lichaam wordt minder gevoelig voor insuline. Dit laatste wordt insulineresistentie genoemd. Dit komt vaak voor samen met andere problemen, zoals een hoge bloeddruk en een te hoog cholesterolgehalte.
Het is niet helemaal duidelijk wat de oorzaak is van diabetes type 2. Het kan zijn dat u te zwaar bent, waardoor insulineresistentie is ontstaan. Maar ook kan erfelijkheid een rol spelen.
Diabetes type 2 is vooralsnog niet te genezen. Wel kunnen een gezonde levensstijl (gezonde voeding, meer bewegen, niet roken en gewichtsvermindering) samen met een goede medicatie zorgen voor een zo normaal mogelijk leven. Ongeveer 9 op de 10 mensen met diabetes hebben diabetes type 2. Het is aan te raden dat de patiënt met regelmaat zijn eigen bloedsuiker controleert door het maken van een dagcurve, dat eenvoudig kan met een bloedglucosemeter en teststrips.
Zwangerschapsdiabetes kan voorkomen als er bij de vrouw tijdens de zwangerschap een te hoge bloedglucosewaarde ontwikkelt, bij vrouwen die daarvoor geen diabetes hadden. Het lichaam wordt relatief ongevoelig voor insuline, waardoor het glucosegehalte kan stijgen. Zwangerschapsdiabetes is het gevolg van hormonale veranderingen die tijdens de zwangerschap optreden. Het komt voor bij circa 2% van de zwangerschappen. Bij circa 6% van de patiënten persisteert de diabetes echter na de bevalling, voornamelijk diabetes type 2. Van de moeders met zwangerschapsdiabetes krijgt 50% op hogere leeftijd diabetes type 2.
Vaak is het voorschrijven van een dieet samen met lichaamsbeweging voldoende. In enkele gevallen is behandeling met insuline noodzakelijk. Orale bloedglucose verlagende middelen worden over het algemeen niet gegeven, omdat deze de placenta kunnen passeren. Het effect van deze middelen op de foetus is niet voldoende onderzocht.